Bostik Hoveniers Voegmortelcement 25 KG

<div class="row"><div class="col"><h3>Verwerkingsadvies</h3><p><em>Ondergrond:</em></p><p>De ondergrond moet voldoende draagkrachtig zijn, om de verwachte verkeersbelasting te kunnen dragen. Het verzakken van de bestrating als gevolg van een ontoereikend draagvermogen kan leiden tot het scheuren van de voegen.<br />Bij toepassingen waarbij zware belastingen worden verwacht (doorgaand rijverkeer, industrieverkeer, kruispunten) de bestrating in een geschikt mortelbed (bijv. Bostik Drainagemortel) plaatsen. De voegdiepte dient minimaal 4 cm te zijn, de voegbreedte moet tussen 3 en 25 mm bedragen om volgens voorschrift een goede hechting te garanderen. Alleen bestrating gebruiken die aan alle zijden zuiver zijn (om scheidingslagen te voorkomen), om een optimale hechting van de voegmortel aan de bestrating te garanderen. Veel bereden bestratingen moeten met de volle steenhoogte gevoegd worden. De te voegen bestrating zorgvuldig bevochtigen, zodat het oppervlak van de bestrating niet te absorberend is. Dit verhindert dat teveel voegmortel aan de bovenzijde van de bestrating blijft hechten. Staand water, plasvorming in de voegen moet verwijderd worden of wachten tot deze weggezakt is via de bodem. Door temperatuurswisselingen kan de bestrating uitzetten of krimpen. Om deze spanningen op te kunnen vangen dient men langs gevels en andere vaste obstakels dilatatievoegen toe te passen. Bij grote oppervlakken mag de maximale aaneengesloten lengte van de gevoegde bestrating 5 meter zijn, zodat uitzettingen door temperatuurswisselingen opgevangen kunnen worden in de dilatatievoeg.<br /></p><p><em>Mengen:</em></p><p>In een schone aanmaakemmer schoon en koud water gieten. Per 25 kg ca. 5 l water gebruiken. Daarna de mortel zorgvuldig en klontvrij mengen (ca. 2 minuten) tot een homogene massa ontstaat. Dit mengen gebeurt met een mixer met ca. 600 rpm. Na een zogenaamde &lsquo;rijptijd&rsquo; van ca. 2 minuten nogmaals kort mengen. Het mengsel is nu gereed om te verwerken.</p><p><em>Aanbrengen:</em></p><p>De voegmortel wordt als slibbare consistentie met een rubber trekker over het oppervlak verdeeld en diep in de voeg aangebracht en verdicht. Hierbij zo weinig mortel op de bestrating achter te laten. Na het aanstijven van de voegmortel (test: mortel is met een vinger niet meer indrukbaar) wordt het oppervlak bevochtigd en daarna met een harde bezem/borstel voorgewassen. Na een wachttijd van ca. 10 minuten intensief reinigen met schoonwater. Tussendoor de bestrating even bevochtigen om de hechting op de bestrating te voorkomen. De waterstraal zo horizontaal mogelijk houden om uitspoelen van de voegen te voorkomen.</p><p><em>Nabehandeling:</em></p><p>De afgebonden mortel nog bevochtigen om een correcte doorharding te waarborgen. Hoveniers Voegmortel Cement in verse toestand beschermen tegen te snelle doorharding; zoals tocht, direct zonlicht. Ook slagregen en vorst vermijden tijdens doorharden.</p><p><em>Let op:</em></p>Bij sommige soorten bestratingen kan na het voegen een lichte cementsluier achterblijven. Mocht cementsluier achterblijven, dan kan dit met Bostik Cementsluier Verwijderaar worden verwijderd. Bij twijfel een proefvlak inzetten.<br />Door wisselende vochtigheidsgraden in de ondergrond kunnen kleurverschillen voordoen. Bostik is niet aansprakelijk voor kleurafwijkingen die hierdoor zijn ontstaan. Na 3 uur is de gevoegde bestrating beloopbaar en is na 7 dagen volledig belastbaar (bij ca. +20&deg;C en 65% relatieve luchtvochtigheid). Om te verzekeren dat de resultaten aan de verwachting zullen voldoen, is het aan te bevelen om een test uit te voeren op een weinig zichtbare plaats.<br /></div><div class="col"><p>&nbsp;</p></div></div>